Atletiek is de oudste sport ter wereld. De oerbewoners, die nog rondliepen in dierenvellen, leefden van de jacht. Soms moesten ze lang achter hun prooi aan rennen en het beest zien te raken met een steen of een speer. Het kwam daarbij vaak voor dat ze over een beek, bergkloof of boomstam moesten springen.
De sport is opgedeeld in loop-, spring- en werponderdelen. Bijna alle atleten beoefenen één onderdeel van de atletiek. Daarin proberen zij het allerhoogste te bereiken. Maar er zijn ook superatleten, die schitterende resultaten weten te behalen op veel meer onderdelen. Bijvoorbeeld tijdens de meerkamp: in twee opeenvolgende dagen worden tien onderdelen afgewerkt. De eerste dag moeten de atleten verspringen, kogelstoten, hoogspringen en 100 en 400 meter hardlopen. De tweede dag gaan ze hordelopen, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en 1500 meter hardlopen. Voor elk onderdeel kan een atleet punten scoren. Degene met het hoogste aantal punten is de winnaar.
Lijkt hoogspringen je leuk? Of speerwerpen? Hardlopen? Klik dan hier voor meer informatie.
Korte evaluatie Sport@School
Maak kans op een sportclinic voor uw klas
Om het lespakket Sport@School te verbeteren willen wij u graag drie korte vragen stellen. Onder de deelnemers aan deze korte evaluatie verloten wij iedere maand een sportclinic voor de hele klas gegeven door een topsporter. Onder het tabblad 'Reacties' kunt u zien wat uw collega's en de media vinden van het lespakket Sport@School. Hier vindt u ook nuttige tips over het inzetten van het lespakket.