Op veel scholen wordt een eindmusical opgevoerd door groep 8.
Wat komt er eigenlijk allemaal kijken bij het maken van een musical? Wie werken er mee en mag je een andere musical zomaar naspelen?
Componist van de muziek: de muziek van een musical wordt door iemand bedacht. Dat is een creatieve prestatie en dus heeft de componist auteursrecht.
Schrijver van het boek waarop de musical is gebaseerd: er mag niet zo maar een musical van een bestaand boeken worden gemaakt, want de schrijver van dat boek heeft auteursrecht
Schrijver van het script: het bedenken van de verhaallijn van een musical is een creatieve prestatie. Daar rust auteursrecht op.
Vertaler: bij het vertalen van een buitenlandse musical maakt de vertaler allerlei keuzes. Dat is creatief en dus heeft de vertaler auteursrecht.
De acteur: een acteur speelt en danst en iedere acteur doet dat op zijn eigen manier. Hij of zij voegt ook zelf iets toe. Als je Vajèn vervangt door een andere vrouw wordt het toch een iets andere uitvoering. Daarom wordt een acteur beschermd via het naburig recht, dat lijkt op het auteursrecht.
De danser: een danser danst op zijn eigen manier. Hij of zij voegt ook zelf iets toe. Als je de ene danser vervangt door een andere, wordt het toch een iets andere uitvoering. Daarom wordt een danser beschermd via het naburig recht, dat lijkt op het auteursrecht.
De decorontwerper: decors worden door iemand bedacht en ontworpen. Dat is een creatieve prestatie en daarom heeft de decorontwerper het recht te bepalen wat er met zijn decors gebeurt.
Regisseur: De regisseur bepaalt hoe de musical wordt uitgevoerd, hoe muziek, toneel en dans op elkaar zijn afgestemd, maar ook hoe de techniek (geluid en licht) daarbij het beste past. Dat is een creatieve prestatie. De regisseur heeft daarom auteursrecht.
De kostuumontwerper: kostuums zijn vaak bepalend voor hoe de musical er uit ziet en daardoor ook vaak herkenbaar blijft. De ontwerper van de kostuums levert een creatieve bijdrage aan de musical en heeft daarom het recht om te bepalen welk gebruik van deze kostuums wel en niet mag.
Casting: het kiezen van geschikte acteurs voor de rollen in een musical heet casting. Dat is belangrijk werk, maar de musical wordt er niet anders door. Daarom heeft degene die de casting uitvoert geen auteursrechten of andere rechten.
De zangcoach: De zangcoach begeleidt en traint de acteurs bij de zang. Dat is belangrijk voor een musical, maar dat is geen eigen creatieve bijdrage aan de musical of de uitvoering zelf. Een zangcoach heeft daarom geen rechten.
De decorbouwer: de decorbouwer maakt wat de ontwerper heeft bedacht. Dat is geen eigen creatieve bijdrage en dus gelden er voor de bouwer geen rechten.
De technicus: de technicus zorgt voor het functioneren van licht, geluid en decor. Anderen hebben bedacht hoe dat allemaal eruit zou moeten zien. De technicus levert geen creatieve bijdrage en voor zijn werk gelden geen rechten
De kleedster: de kleedster helpt bij alle kostuumwisselingen tijdens een musical. Heel belangrijk, maar geen eigen creatieve bijdrage en daarom geen rechten.
De lessen Mediawijsheid zijn opgezet als klassikale lessen, waarbij in gesprek met de klas het onderwerp behandeld en besproken wordt.
In sommige gevallen kan de voorkeur gegeven worden aan een zelfstandige verwerking van een les mediawijsheid. Bijvoorbeeld als de les op afstand gegeven moet worden.
Voor die situaties hebben we een aantal lessen omgezet in een zelfstandig werken les met een printblad. Bij ‘informatie voor de leerkracht’ staat meer uitleg en een overzicht welke lessen hiervoor geschikt zijn gemaakt.